De financiële positie van dorps- en buurthuizen is in de afgelopen twee jaar ernstig verslechterd. Door de opeenvolgende coronamaatregelen hebben veel besturen ingeteerd op hun vermogen en noodzakelijke investeringen uitgesteld. Dit blijkt uit een onlangs gehouden landelijke enquête onder buurt- en dorpshuizen. Door deze ontwikkeling dreigen buurt- en dorpshuizen hun belangrijke functie als sociale ontmoetingsplaats kwijt te raken.
Dit blijkt uit een online vragenlijst van de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LVKK). Van de meer dan 500 respondenten geeft 73% aan in 2021 een verlies te hebben geleden. Van al deze gevallen blijkt dat 63% dit onder meer heeft opgelost door eigen reserves aan te spreken, in slechts 44% werd gebruik gemaakt van steunregelingen. Door in te teren op de reserves wordt in 60% van de gevallen groot onderhoud en/of duurzame investeringen uitgesteld. Van de ondervraagde dorpshuizen geeft ruim 40% aan over een jaar al op het randje van een faillissement te balanceren.
Klaske Piebenga (bestuurssecretaris van de LVKK) over deze zorgwekkende cijfers: ”We ontvingen de laatste tijd al verontrustende signalen uit het veld. Helaas bevestigt dit onderzoek ons vermoeden over de kwetsbare positie van dorps- en gemeenschapshuizen. En dat in een maatschappelijke context van vereenzaming en verharding, waarin dorpshuizen een belangrijke rol spelen als sociale ontmoetingsplaats. Dorps- en buurthuizen vervullen een cruciale functie voor het in stand houden van het verenigingsleven en het stimuleren van vrijwilligerswerk.”
Het onderzoek toont aan dat buurt- en dorpshuizen ruimhartig gecompenseerd moeten worden uit de beschikbare corona-compensatiemaatregelen, zowel van Rijk als Provincies en gemeenten. Bovendien zal het helpen als overheden met aanvullende subsidiemaatregelen komen, met name ten behoeve van duurzaamheids-investeringen. De LVKK en de bij deze organisatie aangesloten provinciale koepelverenigingen zullen zich daar in de komende periode hard voor maken.
Gepubliceerd 7 maart 2022