De mogelijkheid om o.a. dorpshuizen en sportaccommodaties voor de ozb als een woning (i.p.v. niet-woning) te belasten blijkt niet uitvoerbaar. De mogelijkheid bestaat sinds de aanpassing van artikel 220f van de Gemeentewet in 2019 n.a.v. het amendement Omtzigt (35.026). Door het tarief voor een woning toe te passen zou de ozb lager uitvallen. Minister Bruins Slot heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat ‘er bij deze fiscale mogelijkheid zwaarwegende praktische uitvoerings- en toepassingsvraagstukken met betrekking tot de afbakening spelen die niet eenvoudig zijn op te lossen’. De minister laat nu een onderzoek uitvoeren hoe deze vraagstukken aangepakt moeten worden. Het onderzoek moet uitwijzen of en hoe de wet en/of de Algemene Maatregel van Bestuur aangepast moet(en) worden. De uitkomsten van het onderzoek worden in de eerste helft van 2023 verwacht. Sommige gemeenten werken als alternatief met een (gedeeltelijke) teruggave van de ozb via een subsidie. De minister vraagt gemeenten goede voorbeelden via de VNG uit te wisselen.
Gepubliceerd 31 mei 2022.