Erfpacht is de benaming voor gehuurde grond. De erfpachter (huurder) heeft het recht de grond te gebruiken voor een afgesproken bestemming, meestal de bouw van een woning of een bedrijf. Het erfpachtrecht is verbonden aan de grond en niet aan de persoon van de erfpachter. Een erfpachtrecht kan dan ook worden overgedragen aan een ander zonder dat daarvoor toestemming van de eigenaar nodig is. Bij het overlijden van de erfpachter gaat het erfpachtrecht over op de erfgenamen.
Als vergoeding voor het recht de grond te mogen gebruiken betaalt de erfpachter een jaarlijks terugkerend bedrag: de zogenaamde canon. De hoogte van de canon wordt afgeleid van de grondwaarde van het erfpachtperceel. Voor de erfpachter is dit een jaarlijks op de exploitatie drukkende last. Soms kan de canon worden afgekocht, wat betekent dat er voor een langere periode, bijvoorbeeld 50 jaar, vooruit wordt betaald.
Alleen dorps- en buurthuizen die vennootschapsbelasting betalen, en dat zijn er niet veel, kunnen de kosten van erfpacht voor de belasting aftrekken.
Achtergrond
De eigenaar van de grond die in erfpacht wordt gegeven is meestal de gemeente. Grond werd (en wordt) door gemeenten in erfpacht uitgegeven zodat de waardestijging van de grond niet aan de eigenaar van de woning toekomt, maar aan de gemeenschap (lees: de gemeente). Soms wordt grond ook in erfpacht uitgegeven om ervoor te zorgen dat de eigenaar van de grond zijn zeggenschap behoudt. In de erfpachtbepalingen staat dan bijvoorbeeld aangegeven dat er, zonder toestemming van de grondeigenaar, geen wijzigingen in de erfdienstbaarheden mogen plaatsvinden.