Dorps- en buurthuizen hoeven geen winst te maken, maar de exploitatiekosten moeten wel terugverdiend worden. De belangrijkste producten zijn de verhuur van ruimte en de inkomsten van de bar. De ruimte en het drankje zullen de prijs moeten opbrengen die het mogelijk maakt om de accommodatie, ook op langere termijn, open te houden. Maar, anders dan in het bedrijfsleven, spelen bij buurt- en dorpshuizen ook andere factoren een rol bij het vaststellen van de prijs. De voornaamste daarvan is de subsidiërende overheid. Hierdoor wordt in de meeste accommodaties een voor verschillende klantengroepen aangepast prijsbeleid gevoerd.
Klantengroepen
Veel gebruikte onderscheiden zijn:
- De eigen doelgroep (bewoners en verenigingen) en de overige huurders;
- Plaatselijke huurders, huurders die van buiten komen en commerciële huurders;
- Groepen waarvoor van de gemeente subsidie wordt ontvangen en huurders waarvoor dat niet het geval is;
- Groepen die als gevolg van subsidieafspraken met de gemeente gratis gebruik maken van de ruimtes en betalende huurders.
Een ander onderscheid is dat in: incidentele huurders, vaste huurders (bijvoorbeeld elke woensdagavond) en permanente huurders (zij huren een ruimte 7 dagen per week 24 uur per dag, bijvoorbeeld een bibliotheek of een dagopvang).
Huurprijs bepalen
Het zou makkelijk zijn als er standaardprijzen of normbedragen voor verhuur van ruimten zouden bestaan. Of dat je de prijzen direct kunt koppelen aan de kostprijs. Maar dat is te kort door de bocht. Want een huurprijs heeft ook een relatie met de omgeving en de bestedingen aan de bar:
- Meestal is er concurrentie. Stel dat het plaatselijke café een lage huur rekent omdat ze genoegen nemen met alleen de drankomzet, dan zal het dorps- of buurthuis daar, wil ze niet uit de markt geprijsd worden, bij de eigen prijsstelling rekening mee moeten houden.
- Om oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca te voorkomen zal van het (gesubsidieerde) dorps- of buurthuis worden verlangd dat de prijzen van de consumpties in een redelijke verhouding staan. Over het algemeen is het geaccepteerd dat de prijzen van consumpties in buurt- en dorpshuizen lager liggen dan die in de commerciële horeca. Maar als het verschil te groot wordt dan kan dit problemen veroorzaken. Kijk ook bij paracommercie.
Voor de prijsbepaling is dus een aantal plaatsgebonden gegevens nodig. Die gegevens moeten iedere keer dat de prijzen worden aangepast opnieuw worden verzameld om tot een prijsstelling te komen waarmee de accommodatie zich niet uit de markt prijst en de verhouding met de plaatselijke horeca en andere verhuurders intact houdt.
Arrangementen
Naast vastgestelde huurprijzen voor verschillende doelgroepen kunt u arrangementen aanbieden:
- Nieuwe huurders mogen de eerste keer gratis van de ruimte gebruik maken of krijgen een periode korting;
- Gratis gebruik van een zaal of de complete accommodatie, waarbij de inkomsten van de bar voor de accommodatie zijn;
- Voor feesten en recepties kan de accommodatie voor drankjes en hapjes een vast bedrag per persoon rekenen, de zaalhuur is daarbij inbegrepen;
- Extra faciliteiten zoals een geluidsinstallatie of een beamer kunnen in de huurprijs worden opgenomen, apart in rekening worden gebracht of gratis worden aangeboden;
- Et cetera.
Indexeren
Ieder jaar wordt ons geld iets minder waard waardoor de prijzen moeten worden aangepast om er niet op achteruit te gaan. Men noemt dit de prijs indexeren. Vaak is 1 januari het moment om dat te doen. Het cijfer dat voor die berekening nodig is heet de ‘inflatiecorrectie’ en wordt uitgerekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek, het CBS.
Niet elk dorps- en buurthuis past de prijzen van ruimte en consumpties jaarlijks aan, bijvoorbeeld omdat wordt geprobeerd de gebruikers tegen zo laag mogelijke kosten van dienst te zijn. Maar die kruik gaat natuurlijk net zo lang te water tot hij barst. Een andere reden is dat het 1:1 verhogen met de inflatiecorrectie tot onhandige bedragen kan leiden. Vooral aan de bar is behoefte aan mooi afgeronde bedragen. Dan kiest men er soms voor om een jaar te wachten en dan een iets grotere stap te maken.
Kijk ook bij Omzetraming.