Sociaal culturele activiteiten

Bijgewerkt op

Sociaal cultureel werk is eind negentiende eeuw ontstaan vanuit dezelfde zorg waaruit ook de dorps- en buurthuizen zijn voortgekomen. De eerste activiteiten waren leerzame en gezellige samenkomsten gericht op volksontwikkeling en armenzorg. Sociaal cultureel werk droeg daarmee bij aan de emancipatie van laaggeschoolde en sociaal zwakke bevolkingsgroepen. Veel van die functies zijn tegenwoordig overgenomen door het onderwijs, maar sociaal cultureel werk bestaat nog steeds en de oorsprong is vaak nog herkenbaar. Voorbeelden van sociaal culturele activiteiten die tegenwoordig in buurt- en dorpshuizen worden aangeboden zijn creatieve cursussen en soosactiviteiten voor jongeren en ouderen. Activiteiten dus waar je iets van kunt leren (educatief) of die bijdragen aan ontmoeting en ontspanning (recreatief).

Doelgroepen en activiteiten

Bij sociaal culturele activiteiten is een indeling in doelgroepen gebruikelijk. De belangrijkste doelgroepen in welzijnsaccommodaties zijn jongeren, volwassenen en ouderen. Een opsomming van onderscheiden doelgroepen en (veel voorkomende) activiteiten:

Jongeren:

jongerensoos, internetcafé, knutselclub, disco, playbackshow, jeugdtheater, vieringen (bijv. Sinterklaas), peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang.
Klik hier voor meer informatie over het organiseren van sociaal culturele activiteiten voor jongeren.

Volwassenen:

creatieve cursussen (bloemschikken, schilderen, fotografie, koken), educatieve cursussen (vreemde talen, computergebruik, lezingen), muziek- en theatervoorstellingen, internetclub (website bouwen en onderhouden), vieringen (nieuwjaarsreceptie, open huis).

Ouderen:

gymnastiek, volksdansen, kaartclub, ouderensoos, bingo, koersbal, biljarten, computerles (seniorweb), vieringen, gezamenlijke maaltijden.
Klik hier voor meer informatie over het organiseren van sociaal culturele activiteiten voor ouderen.

Voor sommige (maar steeds meer) buurt- en dorpshuizen behoren etnische minderheden (talencursussen, ontmoeting) en mensen met een verstandelijke of lichamelijke handicap (dagopvang) ook tot de doelgroepen.

Functies en activiteiten

Een andere indeling, die meer tot uitdrukking brengt wat het beleid van een accommodatie beoogt, is een indeling in functies. De meest voorkomende functies zijn:

Ontmoeting, recreatie en sport

Bevorderen van contacten tussen mensen gericht op ontspanning, gezelligheid en kennismaking met (de normen en waarden van) anderen. Voorbeelden: biljarten, ouderensoos, bridgedrive, jeugdsociëteit en sportactiviteiten.

Vorming en educatie

Bevorderen van kennis, inzicht en vaardigheden ter wille van een verbetering van het persoonlijk- of maatschappelijk functioneren. Voorbeelden: opvoedingsondersteuning, taalcursussen, geheugentraining voor ouderen, kookcursus voor mannen.

Cultuur en creativiteit

Bevorderen van deelname aan cultuuruitingen, niet professionele kunstbeoefening en kunstbeleving. Voorbeelden: volksdansclub, klassiek ballet, bezoek toneeluitvoering, ouderenkoor.

Dienstverlening en voorlichting

Bevorderen van zelfredzaamheid door het geven van informatie, advies, dienstverlening en verwijzen naar andere instanties. Voorbeelden: warme maaltijdvoorziening, klussendienst, alarmering, cursus opvoedingsondersteuning, ombudsman.

Belangenbehartiging en activering

Lichamelijk en geestelijk actief deelnemen aan de samenleving en de eigen woon- en leefomgeving in het bijzonder. Voorbeelden: meer bewegen voor ouderen, WAO platform, contactgroep bewoners saneringsgebied.

Opvang en afstemming

Aanvullende activiteiten verzorgen op in de maatschappij gesignaleerde tekorten. Voorbeelden: kinderopvang, spijbelbus, inloophuis, randgroepjongeren, dagopvang, zorgbemiddeling, indicatiestelling.

Noot: de indeling naar functies zoals hier gepresenteerd wordt is slechts een voorbeeld en kan eenvoudig worden vervangen voor een andere indeling. Denk aan dorps- of buurthuizen waar sport een belangrijk onderdeel uitmaakt van de voorziening of er sprake is van een (zelfstandige) horecavoorziening en zo zijn er nog wel meer afzonderlijke functies denkbaar. 

Gemeentelijk beleid

Gemeenten hebben in hun welzijnsbeleid haast altijd een plaats ingeruimd voor sociaal cultureel werk. Dat wil zeggen dat ook de overheid het een goede zaak vindt dat de burgers zich kunnen ontspannen en ontplooien. Men verwacht daarvan positieve effecten op de sociale samenhang van buurt of dorp, zoals het voorkomen van vereenzaming, bijvoorbeeld van alleenstaande ouderen, en onmaatschappelijk gedrag, bijvoorbeeld vandalisme.
Omdat een dorps- of buurthuis een rol in het gemeentelijk welzijnsbeleid speelt (zie ook gemeentelijk accommodatiebeleid) liggen samenwerking en opdrachtverlening voor de hand. Dat kan tot verschillende uitkomsten leiden:

  • De gemeente subsidieert een stichting voor sociaal cultureel werk/ welzijnswerk. Dergelijke stichtingen hebben mensen in dienst die helpen bij het opzetten en/of begeleiden van een activiteitenaanbod dat in de accommodatie wordt uitgevoerd.
  • De gemeente verstrekt een (instandhoudings-) subsidie aan een dorps- of buurthuis op voorwaarde dat zij een aanbod van sociaal culturele activiteiten verzorgen.
  • De gemeente subsidieert verenigingen, zoals het muziekkorps en de toneelvereniging, die daarmee de huur kunnen betalen die het dorps- of buurthuis bij hen in rekening brengt.

Aanbod

Een bestuur van een buurt- of dorpshuis kan haar beleid met betrekking tot sociaal culturele activiteiten op diverse manieren invullen. Soms is dit mede afhankelijk van de (subsidie)voorwaarden van de gemeente, soms staat het daar helemaal los van. Een bestuur kan zich beperken tot een beleid waarin (met voorrang boven andere activiteiten) onderdak wordt geboden aan:

  • verenigingen die sociaal culturele activiteiten verzorgen.
  • activiteiten van (gemeentelijke) instellingen, zoals de muziekschool, het kunstencentrum en de avondschool.
  • activiteiten van de gemeentelijke stichting voor sociaal cultureel werk.

Maar er is ook een meer actieve opstelling mogelijk:

  • zelf een aanbod doen en uitvoeren, eventueel met ondersteuning van een gemeentelijke stichting voor sociaal cultureel werk/ welzijnswerk. Een bestuur kan de uitvoering van het aanbod ook delegeren aan een bestuurscommissie, de zogenaamde activiteitencommissie.

Werkgeverschap

Wanneer een bestuur begeleiders, docenten of artiesten aanstelt voor activiteiten die ze zelf uitvoert, moet zij er rekening mee houden dat deze in de meeste gevallen (tijdelijk) in dienst moeten worden genomen. Kijk voor het in dienst nemen van personeel bij werkgeverschap en Beleid tijdelijke krachten.
Activiteiten laten uitvoeren en daarvoor een organisatie inhuren zoals een gemeentelijke stichting voor sociaal cultureel werk, een kunstencentrum of een artiestenbureau kost soms meer, maar scheelt een hoop rompslomp voor besturen die niet zijn geoutilleerd voor het werkgeverschap of dit niet ambiëren. Kijk ook tot welke bedragen een vrijwilligersvergoeding belastingvrij betaald mag worden.

Publiciteit

Een activiteitenprogramma waar zorg aan is besteed moet ook met zorg onder de aandacht worden gebracht. Denk aan een (digitaal) programmaboekje, een strooibiljet of affiche, aankondigingen via de (digitale) wijk- of dorpskrant, nieuws-TV, website en sociale media (Facebook, Instagram, etc.). Gebruik open dagen en andere bijeenkomsten om het programma mondeling onder de aandacht te brengen.